DCD bij kinderen 

Deze uitdagingen kunnen ze ervaren

Pexels jonas mohamadi 1416736

Motorische vaardigheden en beweging

Kinderen met DCD ervaren vooral uitdagingen met beweging en motoriek. Zo behalen sommige kinderen mijlpalen zoals kruipen en stappen op latere leeftijd. Of ze slaan sommige aspecten, zoals kruipen, net over. Dat geldt echter niet voor alle kinderen met DCD.

Wat wel vaak voorkomt? Dat het kind veel inspanningen moet leveren om nieuwe taken te leren. Motorische handelingen automatiseren verloopt moeizaam, en dan vooral bij activiteiten die coördinatie vereisen. Denk maar aan leren fietsen, veters knopen of schrijven.

Niet alleen motorische taken aanleren, maar ook bewegingen uitvoeren kan een uitdaging zijn. De bewegingen zijn dan minder vloeiend, en komen houterig of onhandig over. Een stappenplan volgen en taken uitvoeren die ruimtelijk inzicht vragen, gaan moeilijker dan bij leeftijdsgenootjes.

Daarnaast kan het kind de kracht die nodig is voor een bepaalde beweging niet altijd goed inschatten, bijvoorbeeld om een bal te mikken. Ook de snelheid waarmee de taken uitgevoerd worden, kan trager zijn dan bij anderen.

Wat met spel en vrije tijd? 

De motorische moeilijkheden die kinderen met DCD ervaren hebben ook een impact op spel en vrije tijd. Ze kunnen trager en onhandiger zijn dan leeftijdsgenootjes tijdens de gymlessen of bij het buitenspelen. Vooral als er een competitief element toegevoegd wordt aan spel is dit sneller demotiverend voor kinderen met DCD. 

Kinderen merken vaak zelf al goed op dat ze moeilijker meekomen dan hun leeftijdgenootjes. Dit kan op deze leeftijd al een impact hebben op het zelfbeeld en er ook voor zorgen dat ze bewegen gaan ontwijken. Ze zullen dus sneller besluiten om zich terug te trekken en fysiek minder actief te zijn. Over het algemeen ontwikkelen kinderen met DCD daardoor meer affiniteit met creatievere hobby’s, zoals tekenen of knutselen, een instrument bespelen en gamen, waarbij motoriek een minder doorslaggevende rol heeft in de beleving van de kinderen. 

Toch kunnen kleine aanpassingen al veel helpen om kinderen met DCD mee te krijgen in de fysieke activiteiten. Zo kan het beoefenen van een teamsport ook veel plezier brengen, zolang de focus meer ligt op de sociale en recreatieve kanten. Individuele sporten kunnen juist ook beter aansluiten omdat dit het vergelijkingsaspect meer wegneemt. Zolang het plezier van bewegen maar op de eerste plaats staat!
 

Zelfredzaamheid en zelfstandigheid 

Zelfredzaamheid is het vermogen om dagelijkse taken zelfstandig uit te voeren, met geringe aanhankelijkheid van de ouders of anderen. Daarmee doelen we op dagdagelijkse opdrachten als eten en drinken, persoonlijke verzorging, huishoudelijke taken, mobiliteit... Het draait om voor jezelf zorgen, op een onafhankelijke manier.

Heb je DCD, dan kan zelfredzaamheid zeker een uitdaging vormen. De eenvoudigste taken, zoals eten met bestek of je veters knopen, kunnen dan minder vlot aan. 

Met begrip en doelgerichte begeleiding kunnen we kinderen met DCD helpen om dagelijkse taken met meer zelfvertrouwen en onafhankelijkheid uit te voeren. 

Zindelijkheid

Een kind is zindelijk wanneer het kind zelf aangeeft wanneer het naar het toilet moet, stoelgang maakt, plast op een sociaal aanvaardbaar moment, en dat zonder tussentijds verlies. Daarbij moeten de blaas en darmen enerzijds, en de bekkenbodemspieren anderzijds goed samenwerken. De meeste kinderen bereiken spontane zindelijkheid voor ze 4-5 jaar zijn. Bij kinderen met DCD verloopt deze zindelijkheidstraining vaak moeizamer. De trainingsperiode is dan langer en er zijn meer terugvalmomenten.

Toilet paper 4974461

In cijfers

Het percentage van kinderen met DCD dat blijvende ongelukjes heeft, ligt aanzienlijk hoger dan bij leeftijdsgenoten:

  • Op de leeftijd van vier is 24% nog niet volledig zindelijk voor stoelgang.
  • Na hun vijfde verjaardag, heeft nog 28% van de kinderen met DCD last van broekplassen. Bij bedplassen ligt dat aantal zelfs op 40%.

Een kind met DCD heeft vaak moeite om te detecteren wanneer de blaas of darm vol is. Ook bij de motoriek gelinkt aan een toiletbezoek, zoals een broek losmaken of het ontspannen van de bekkenbodem, kunnen er moeilijkheden worden ervaren. 

Vanaf de leeftijd van 5 jaar, merk je vaak een verbetering op. Je kind is dan klaar voor zindelijkheidstraining. Bij vragen zijn de huisarts of pediater het eerste aanspreekpunt. Doorverwijzing naar een uroloog en/of nefroloog kan nodig zijn. Net als bijkomende ondersteuning van een kinesitherapeut, gespecialiseerd in deze problematiek.

Meer informatie over zindelijkheid bij kinderen met DCD vind je op de website van het UZ Gent en bij Droge Nachten.

Op school

Ook op schools vlak kunnen de uitdagingen heel variabel zijn. Kleuters kunnen het uitdagend vinden om te puzzelen, een loopfietsje te gebruiken, of te knutselen. Op de lagere school zien we dat kinderen vaak meer tijd nodig hebben om te leren schrijven en hun boekentas te organiseren. Ook op de speelplaats kan DCD ervoor zorgen dat meespelen niet altijd even gemakkelijk gaat. Met de nodige aanpassingen, geduld, en begrip komen zij echter heel ver. 

Invloed op het gezin

De impact van DCD op een gezin kan aanzienlijk zijn en diverse aspecten van het dagelijks leven en de onderlinge relaties beïnvloeden. Hieronder vind je op welke manieren DCD de gezinsdynamiek en -welzijn kan beïnvloeden:

  • Stress en zorgen: ouders van een kind met DCD ervaren vaak stress en zorgen. Ze zijn bezorgd over de toekomst van hun kind, hoe ze het beste kunnen ondersteunen en welke invloed DCD zal hebben op de levenskwaliteit van hun kind.
  • Tijd en energie: een kind met DCD ondersteunen vergt veel tijd en energie. Ouders moeten vaak extra inspanningen leveren voor dagelijkse activiteiten, therapeutische afspraken regelen en de agenda van het kind goed opvolgen.
  • Financiële lasten: behandelingen en mogelijke aanpassingen aan de levensstijl brengen financiële lasten met zich mee, zowel op korte als lange termijn.
  • Gezinsdynamiek: de dynamiek binnen het gezin kan veranderen. Voor broers en zussen is er soms wat minder aandacht, wat spanningen binnen het gezin kan veroorzaken.
  • Ondersteuning en begrip: het is cruciaal dat gezinsleden elkaar begrijpen en ondersteunen. Communicatie en het delen van verantwoordelijkheden kunnen helpen bij het verminderen van stress en het creëren van een positieve omgeving.

Taal en spraak

Bij alle kinderen verloopt de taalontwikkeling in verschillende fasen. Bij kinderen met DCD verloopt deze ontwikkeling echter vaker vertraagd of zelfs afwijkend. Wanneer dit vermoed wordt, kan doorverwijzing naar een logopedist aangewezen zijn. Deze zal, na een uitgebreid gesprek met de ouders, ook een taalonderzoek uitvoeren aan de hand van een taaltests. Zowel de taalproductie (wat je kind zegt) als het taalbegrip (wat je kind begrijpt) als de communicatieve vaardigheden worden beoordeeld. De logopedist kan dan eventueel voorstellen om specifieke taaltherapie te starten, maar je krijgt ook info over hoe je thuis de taalontwikkeling zoveel mogelijk kan stimuleren. Indien je kind op deze tests heel zwak scoort en dus een duidelijke achterstand heeft, kan er sprake zijn van een taalontwikkelingsstoornis. Als de taalontwikkelingsstoornis zeer hardnekkig is, spreekt men soms ook van een ontwikkelingsdysfasie.

Naast de taalproblemen merken we bij kinderen met DCD ook vaak spraakproblemen. Het vormen van klanken gaat dan moeizaam. Een heel specifieke stoornis die vaak gepaard gaat met DCD is wat men benoemt als ‘spraakontwikkelingsdyspraxie of SOD’. Een kind met SOD ondervindt problemen om uit alle spraakklanken bewust een klank te selecteren en de verschillende klanken in de juiste volgorde te zetten om een woord te vormen (vb. ‘limonade’ kan klinken als ‘milade). Hierdoor is het kind moeilijk verstaanbaar. Een plannings- en organisatieprobleem ligt hier aan de basis van. Nu zal de logopedist een spraak- en mondmotorisch onderzoek uitvoeren. Soms vindt er ook een observatie van het eten en drinken plaats. In de logopedische therapie zal de therapeut het kind bewust leren klanken te vormen om dan deze klanken te plaatsen binnen een lettergreep, een woord en vervolgens een zin. 

Meer informatie over spreekvaardigheden bij kinderen met DCD vind je op bij de Vlaamse Vereniging voor Logopedisten en Cetos.

Wil je weten hoe DCD een impact heeft op het leven van tieners en jongvolwassenen? We zetten alle relevante info op een rij. 

DCD bij tieners

Wij en geselecteerde partners gebruiken cookies of vergelijkbare technologie als aangegeven in het cookiebeleid. Je kan toestemming geven voor het gebruik van deze technologie door deze kennisgeving te sluiten.